Pulsatie- en melkslangen
De slangen van een melkmachine worden intensief gebruikt en zijn daardoor onderhevig aan slijtage. Door slijtage kan zich vuil ophopen en kan het vacuüm beïnvloedt worden. Zorg er altijd voor dat je goed in de gaten houdt hoe het gesteld is met de slangen.
Omdat alle onderdelen van de melkmachine met elkaar verbonden zijn, wil je dat ze allemaal goed blijven werken. De slangen zijn een heel belangrijk onderdeel. Als je ze goed onderhoudt voorkom je problemen als: een langere melktijd, storingen aan de machine, uierproblemen, slechte melkprestaties en de verspreiding van bacteriën.
De twee hoofdslangen zijn de pulsatieslang en de melkslang. Pulsatieslangen zijn belangrijk voor het vacuüm maken van de pulsatieruimte. Er zijn twee soorten. Korte slangen zitten tussen het luchtverdeelstuk van de melkklauw en de pulsatieruimte van de tepelbeker. De lange pulsatieslang vind je tussen de drukwisselaar en het luchtverdeelstuk van de melkklauw.
De tweede soort is een melkslang. Samen met de tepelvoeringen zijn dit de enige onderdelen die in aanraking komen met de melk. De slang zorgt ervoor dat de melk wegloopt vanaf het melkstel naar de melktank. Ook hiervan zijn een lange en een korte variant. De korte melkslang bevindt zich tussen de tepelvoering en de melkklauw. De lange melkslang zit tussen het melkverzamelstuk van de melkklauw en de melkleiding.