Werkwijze Nutripreserve
Hoge temperaturen, vocht en zuurstof zijn drie belangrijke variabelen die kunnen leiden tot broei in het kuilvoer. Door het ontstaan van broei vermindert de kwaliteit en de smakelijkheid van het voer wat tot verminderde voeropname en tekorten in voedingsstoffen kan leiden. Ongewenste bacteriën, gisten en schimmels krijgen de kans om sterk te vermeerderen en eventueel toxinen te produceren. Organische zuren worden al meer dan 50 jaar ingezet ter bestrijding van bacterie- en schimmelgroei in voer, waardoor de hygiënische status en daarmee de kwaliteit van (kuil)voer beter bewaard blijft. Door de preserverende werking blijft de voedingswaarde van het kuilvoer behouden wat leidt tot stabielere diergezondheid en betere prestaties. Toevoegen van glucose in de vorm van melasse verhoogt o.a. de droge stof opname, melk productie en de schijnbare verteerbaarheid, afhankelijk van het totale rantsoen. Glucose vormt tevens een extra energiebron voor de koe wanneer er behoefte is aan direct beschikbare energie, bijv. als de energiewaarde van het kuilvoer lager uitvalt dan gewenst. Ook is het voordeel van melasse dat het ‘plak’ geeft aan een TMR waardoor er minder kans is op ontmenging van de TMR.